Gecombineerde (oestrogeen en progestageen bevattende) orale anticonceptiva (OAC) verhogen bij iedereen het risico op veneuze trombo-embolie (VTE). Dit wordt geaccepteerd bij jonge gezonde vrouwen wier basale tromboserisico laag is. Een relatief risico van ongeveer vier leidt dan nog steeds maar tot een jaarlijkse incidentie van 4/10.000.
Het wordt een probleem voor vrouwen die basaal al een verhoogd tromboserisico hebben, zoals vrouwen met een eigen of familie-anamnese van VTE of vrouwen met erfelijke trombofilie. Daarnaast wordt het absolute risico op VTE groter naarmate vrouwen ouder worden.
Binnen de gecombineerde OACs wordt het tromboserisico bepaald door de aard van het progestageen (met het laagste risico voor levonogestrel en een hoger risico voor desogestrel, gestodeen en drospirenon) en de dosis van het oestrogeen (hoe hoger, hoe groter het risico).
OACs die alleen progestageen bevatten (in Nederland alleen desogestrel, merknaam Cerazette) en hormoonbevattende IUDs (merknaam Mirena) zijn niet geassocieerd met een verhoogd tromboserisico, ondanks het verwarrende feit dat hiervoor wel gewaarschuwd wordt in de patiëntenbijsluiter. Voor het etonogestrel-implantaat (merknaam Implanon) zijn geen gegevens beschikbaar. Van de ‘prikpil’ (medroxyprogesteron, merknaam Depoprovera) is inmiddels duidelijk dat die wel geassocieerd is met een verhoogd tromboserisico. Wij hanteren de volgende adviezen voor hormonale anticonceptie:
Grootte van risico | Omschrijving van groep | Advies |
---|---|---|
Licht verhoogd | Heterozygote factor V Leiden of heterozygote factor II mutatie, negatieve familieanamnese voor VTE | OAC met levonogestrel (bijvoorbeeld Microgynon, Stediril) |
Matig verhoogd | Positieve familie-ananmese in 1e graad, zonder deficiënties van antitrombine, proteïne C of proteïne S, eventueel wel heterozygote factor V Leiden of factor II mutatie | Geïndividualiseerd, indicatie voor gecombineerd OAC meewegen, gecombineerd OAC afraden na leeftijd van 30 jaar of bij acceptabel worden van alternatief (bijv. sterilisatie) |
Sterk verhoogd | Voorgeschiedenis van VTE, deficiëntie van antitrombine, proteïne C of proteïne S, LAC, myeloproliferatieve aandoening | Geen gecombineerd OAC. Geen prikpil. Als er wens tot hormonale anticonceptie is: 1e keus: oraal progestativum (bijvoorbeeld Cerazette) of Mirena spiraal 2e keus: Implanon |
Algemeen: verwijs patiënten voor aanvullende informatie over de verschillende methoden naar de huisarts, denk ook aan niet-hormonale methoden.