Home > Maligne hematologie > Myeloïde ziekten > Myeloproliferatieve aandoeningen > Systemische mastocytose > Mastocytose (mestcelziekte)

Mastocytose (mestcelziekte)

Normale en afwijkende mestcellen

Mastocytose is de naam voor een ziekte waarbij er een toename is van abnormale mestcellen. Mestcellen komen normaal in het lichaam voor en spelen een rol bij de afweer. Ze zijn na een speciale kleuring goed herkenbaar in het beenmerg als dieppaarse cellen die vol korrels zitten (zie dia 2). In deze korrels zitten allerlei factoren, zoals histamine of heparine. Sommige van deze stoffen zullen na prikkeling zwelling of roodheid geven. Bij een insectensteek bijvoorbeeld zullen mestcellen in de huid ervoor zorgen dat het gif zich niet te ver in het lichaam kan verspreiden door plaatselijke zwelling en roodheid op de plek van de steek. De zwelling van de neus bij hooikoorts is een ander voorbeeld van de werking van mestcellen die in het neusslijmvlies zitten.

Een mestcel voert zijn functie uit en gaat groeien als hij daartoe geprikkeld wordt via bepaalde signalen. Op de buitenkant van de mestcel zit een receptor met de naam KIT (een soort ontvangereiwit) die na contact met een mestcelgroeifactor signalen doorgeeft naar de binnenkant van de cel. Deze signalen zorgen ervoor dat de mestcel stoffen gaat uitscheiden of bijvoorbeeld gaat groeien (dia 3).

Bij mastocytose is er een fout opgetreden in de mestcellen. Op één plaats in de KIT-receptor is een stukje veranderd, waardoor deze receptor abusievelijk signalen doorgeeft zonder dat er contact met mestcelgroeifactoren is opgetreden. De mestcel scheidt dan spontaan stoffen uit of gaat zich spontaan vermenigvuldigen, zonder dat er controle kan optreden (dia 4). Dit kan ziektesymptomen veroorzaken.

Mastocytose (mestcelziekte) dia 1

Dia 1

Mastocytose (mestcelziekte) dia 2

Dia 2

Mastocytose (mestcelziekte) dia 3

Dia 3

Mastocytose (mestcelziekte) dia 4

Dia 4. Bij mastocytose is sprake van toegenomen groei en activatie van mestcellen

Het ziektebeeld mastocytose

De ziekte wordt allereerst ingedeeld in twee grote groepen: mastocytose alleen in de huid en systemische mastocytose.

Huidmastocytose (medische term: cutane mastocytose) komt het meest voor. Vrijwel steeds is er sprake van urticaria pigmentosa (afgekort als U.P.) – een mooie naam voor een beeld van bruine gepigmenteerde vlekjes op de huid, die soms gaan jeuken en zwellen na contact met warmte of als erover gewreven wordt (dia 5). In de huid is er sprake van een sterke toename van abnormale mestcellen. Er zijn nog enkele, veel zeldzamere huidvormen, die hier niet beschreven worden. Huidmastocytose komt vaak bij kinderen voor en verdwijnt bij de grote meerderheid spontaan wanneer de pubertijd nadert of zelfs al eerder.

Mastocytose (mestcelziekte) dia 5

Dia 5. Huidmastocytose komt het meest voor

Bij systemische mastocytose is er sprake van een toename van abnormale mestcellen in het beenmerg en vaak ook op andere plaatsen in het lichaam, zoals de huid (met het ziektebeeld urticaria pigmentosa), de darmen, de lever of de milt.

Afhankelijk van de uitgebreidheid en de aan- of afwezigheid van symptomen wordt mastocytose verder ingedeeld:

Indeling mastocytose volgens de WHO-classificatie
Alleen huidmastocytose Het meest voorkomend
Indolente systemische mastocytose Het meest voorkomend
Systemische mastocytose met bijkomende andere bloedziekte Zeldzaam
Agressieve systemische mastocytose Zeldzaam
Overige vormen (mestcelleukemie, mestceltumoren) Zeer zeldzaam
WHO = World Health Organization

Ziektesymptomen

Bij mastocytosepatiënten kunnen de mestcellen twee soorten problemen veroorzaken (zie dia 6). Allereerst kunnen ze te actief zijn, waardoor patiënten last krijgen van alle producten die door de mestcellen uitgescheiden worden. Ten tweede kunnen het er te veel worden, waardoor de mestcellen in het beenmerg de ruimte in beslag nemen van de normale beenmergcellen en een tekort aan bloedcellen kunnen veroorzaken met bloedarmoede en kans op infecties en bloedingen tot gevolg (voor meer informatie, zie Beenmergonderzoek: Achtergrondinformatie). Ook kunnen de lever en milt opgezet raken door een toename van mestcellen.

Mastocytose (mestcelziekte) dia 6

Dia 6

Door de overmatig geprikkelde mestcellen kunnen patiënten last hebben van allerlei verschillende symptomen. Geen enkele patiënt met mastocytose is hetzelfde! Er kan sprake zijn van opvliegers met een rode kleur, soms hartkloppingen en warm worden, of van buikpijn met diarree door mestcellen in de darm. Patiënten kunnen pijn in de spieren en botten ervaren, waarbij nogal eens sprake is van ernstige botontkalking. Deze botontkalking is een gevolg van stoffen, uitgescheiden door de mestcellen, die de botten afbreken. Zeldzame patiënten hebben aanvallen van onwel worden, die soms gepaard gaan met lage bloeddruk en in extreme gevallen zelfs verlies van het bewustzijn (medische term: anafylactische shock). De meeste patiënten voelen zich vermoeid en merken dat ze meer slaap nodig hebben dan leeftijdgenoten. Stress kan soms aanvallen veroorzaken, terwijl een geregeld leven beschermend kan werken.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Als een patiënt symptomen heeft die mogelijk duiden op huid- of systemische mastocytose, wordt via bloed- en eventueel urineonderzoek getest of er een overmaat aan mestcelproducten gevonden kan worden. In het bloed wordt het eiwit tryptase gemeten, in de urine afbraakproducten van histamine. Voor dit laatste is het nodig de urine op de goede manier te verzamelen (zie ‘Tweede nuchtere’ urine ten behoeve van het mastocytoseonderzoek). Omdat het belangrijk is te weten of een patiënt alleen maar huidmastocytose heeft of toch een uitgebreidere, systemische vorm, wordt bij de meeste patiënten beenmergonderzoek gedaan. Het opgezogen beenmerg wordt dan onderworpen aan een aantal speciale testen (flowcytometrie, PCR-test op de KIT-afwijking) die slechts in een aantal laboratoria in Nederland verricht worden. Het UMCG is wat dit betreft uitstekend uitgerust en kan alle testen verrichten. Het is dan ook zinvol om, als een beenmergonderzoek overwogen wordt, dit in één keer goed te doen.

De diagnose systemische mastocytose is gesteld: wat nu?

Als er sprake blijkt van systemische mastocytose, wordt getracht zo goed mogelijk in kaart te brengen waar in het lichaam afwijkende mestcellen zijn en wat voor symptomen ze geven. Via gerichte vragen zal de arts zich een beeld proberen te vormen van de ziekte. Daarnaast zal ofwel een echo-onderzoek van de buik ofwel een CT-scan van de buik gemaakt worden om te zien of de lever en milt niet vergroot zijn. Met al deze informatie kan de ziekte vervolgens ingedeeld worden (zie de tabel). Het is belangrijk te weten of er ooit ernstige reacties zijn opgetreden na een wespen- of bijensteek. Is dat het geval, dan zal het nodig zijn een beschermende Epipen bij zich te dragen (voor instructies zie Informatie over de Epipen® voor volwassenen en Informatie over de Epipen® voor ouders/verzorgers). Deskundigen adviseren zelfs het gebruik van een tweede pen, gezien de soms waargenomen ernst van de allergische reactie (zie voor patiënteninformatie De adrenaline auto-injector of ‘noodpen’). Tot slot wordt een botdichtheidsmeting verricht om te controleren of er niet al sprake is van ernstige botontkalking.

Daarna wordt met de patiënt besproken wat de therapiemogelijkheden zijn, of er voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden en wat de leefregels zijn.

Therapie mastocytose

Tot op heden is er geen behandeling die de mestcellen kan doen verdwijnen. De therapie is dan ook vooral gericht op het kalmeren van de mestcellen en het wegvangen van de stoffen die zijn vrijgekomen. In de meeste gevallen worden zogenaamde histamine groep I- en groep II-blokkers voorgeschreven: middelen uit de groep I-blokkers (zoals desloratidine = Aerius, cetirizine = Zyrtec, levocetirizine = Xyzal of clemastine = Tavegil) worden ook vaak bij allergie gebruikt; middelen uit groep II zijn bekende antimaagzuurmiddelen, zoals ranitidine (Zantac). Voor de diarree of andere maag-/darmklachten wordt vaak cromoglicinezuur (Nalcrom) voorgeschreven.

Bij de zeldzame patiënten waar de mastocytose zich als een kwaadaardige ziekte gedraagt, worden middelen voorgeschreven die een (tijdelijke) sterke afname van de mestcelinfiltratie kunnen geven. Deze middelen vallen onder de groep van celdodende middelen en interferon, zijn meestal wel succesvol, maar hebben alle veel bijwerkingen.

De nieuwe inzichten in het ontstaan van mastocytose met de fout in de KIT-receptor hebben de hoop doen richten op de ontwikkeling van nieuwe medicijnen die specifiek deze receptor kunnen blokkeren. Vooralsnog zijn er geen geschikte medicijnen gevonden, hoewel enkele patiënten wel baat hebben bij vergelijkbare blokkerende medicijnen die bij chronische leukemie worden gebruikt.

We hopen allemaal dat in de nabije toekomst medicijnen gevonden worden die met weinig bijwerkingen patiënten van hun symptomen en hun ontregelde mestcellen af kunnen helpen. Ook al is mastocytose bij de grote meerderheid van de patiënten een onschuldige ziekte, de symptomen ervan kunnen een enorme invloed hebben op hun kwaliteit van leven.

Wat elke mastocytosepatiënt moet weten

Patiënten met systemische mastocytose kunnen heftig reageren op insectensteken. Als dit het geval is, is het nodig altijd één of twee Epipennen bij zich te dragen. Daarbij is het nodig dat een patiënt ook goed is geïnstrueerd hoe de pen te gebruiken (zie Informatie over de Epipen® voor volwassenenInformatie over de Epipen® voor ouders/verzorgers en De adrenaline auto-injector of ‘noodpen’. Daarnaast is het goed te weten dat een reeks aan medicijnen en andere producten allergische reacties kunnen geven. De bekendste zijn morfineachtige preparaten en andere pijnbestrijders, ook de eenvoudige aspirine. Paracetamol is het enige echt veilige middel dat een patiënt altijd mag gebruiken. Bij elk ander medicijn is het verstandig voorzichtig te zijn met inname: bij voorkeur voor de eerste maal innemen als iemand in de buurt is, zodat ingegrepen kan worden als een patiënt een reactie krijgt. Middelen die gebruikt worden voor een narcose en mogelijk ook contrastmiddelen voor een röntgenfoto zouden ook problemen kunnen veroorzaken. Zekerheidshalve adviseren wij altijd voorzorgsmaatregelen te nemen wanneer een contrastfoto of operatie moet plaatsvinden (voor meer informatie over preventieve maatregelen, zie Systemische mastocytose op het protocollendeel van deze site). Als een patiënt met systemische mastocytose naar het buitenland gaat, is het verstandig een Engelstalige brief bij zich te dragen met informatie (zie Informatiebrief (Engelstalig) voor de patiënt bij reizen in het buitenland).

Meer weten?

Patiëntenvereniging

Mastocytosevereniging Nederland
secretariaat@mastocytose.nl
https://mastocytose.nl

Verdere informatie

Er is daarnaast een Europees netwerk van mastocytosebehandelaren, dat ook informatie voor patiënten biedt, in meerdere talen opgesteld. Zie: http://ecnm.net/homepage/index.php/nederlands.

Indien u vragen heeft over mastocytose kunt u ons mailen: secretariaat-allergologie@int.umcg.nl

Deze print is 24 uur geldig na het aanmaken. Aangemaakt op: 19-3-2024, 15:02