Home > Cellulaire therapie > Allogene stamceltransplantatie > Problematiek na stamceltransplantatie > Calcium, vitamine D en bisfosfonaat

Calcium, vitamine D en bisfosfonaat

Aanbevolen dagelijkse behoefte calcium voor volwassen patiënten gedurende steroïdtherapie: 1500 mg/dag. NB Indien patiënt antacida of protonpompremmers gebruikt, dan dient calciumcitraat voorgeschreven te worden aangezien dat (i.t.t. calciumcarbonaat) onafhankelijk is van de zuurgraad in de maag voor absorptie. Calciumcitraat kan ook tussen de maaltijden worden gebruikt. Voorkeur: calciumcitraat poeder: 1g = 240 mg calcium.

Vermijden van zonneschijn kan resulteren in onvoldoende endogene synthese van vitamine D. Bovendien interfereren glucocorticoïden met de synthese van 1,25-dihydroxycholecalciferol. Volwassen patiënten op steroïden dienen tenminste 800 IU vitamine D te gebruiken.

Volwassen patiënten met gedocumenteerde osteoporose of osteopenie kunnen oraal of iv bisfosfonaat therapie krijgen. Aangezien de mogelijke voor- en nadelen van bisfosfonaten gedurende de eerste 3 maanden na transplantatie niet duidelijk zijn is het advies geen bisfosfonaten gedurende deze periode te gebruiken. Advies is geen iv bisfosfonaat te gebruiken als de creatinineklaring < 35 ml/min is. In de patiëntengroep die transplantatie heeft ondergaan in het belangrijk om bedacht zijn op oesofagus-ulceratie (pil oesofagitis) bij oraal gebruik.
Voorkeur: oraal: Alendronaat 70 mg wekelijks
Voorkeur: iv: Pamidronaat 60 mg oplaaddosis, gevolgd door 30 mg elke 3 maanden. NB: Voor de ziekte van Kahler zijn er andere aanbevolen doses.

Deze print is 24 uur geldig na het aanmaken. Aangemaakt op: 20-4-2024, 3:05