De behandeling van azole gevoelige Aspergillus (1) is voriconazol, dag 1 2dd400mg iv/po, vanaf dag 2 2dd200mg iv/po met een dalspiegel op dag 3 (streef 2-4 mg/l).
Indien een empirische behandeling wordt gestart waarbij er geen uitslag van een PCR of kweek is om gevoeligheid voor azolen te bepalen dient vanwege de toegenomen resistentie dubbel therapie gestart te worden met voriconazol en liposomaal amfotericine B (Ambisome) 1dd3mg/kg iv (CAVE nefrotoxiciteit). Indien de liposomaal amfotericine B niet gegeven kan worden wordt deze vervangen door caspofungine iv.
De duur van de behandeling is minimaal 6 weken waarbij er herstel van de neutropenie moet zijn opgetreden. Twee weken na start van de behandeling wordt een HRCT van de thorax verricht om de respons op de behandeling te bepalen. Voor het staken van de behandeling wordt een nieuwe HRCT van de thorax verricht waarbij de infiltratieve afwijkingen moet zijn verdwenen, anders wordt de duur van de behandeling verlengd met minimaal 4 weken.
NB Bespreek de patiënt met de internist-infectioloog.
NB Bij een positieve serum galactomannan wordt deze na een week herhaald.
Literatuurlijst
- Swab guidelines for the management of invasive fungal infections.