Home > Cellulaire therapie > Allogene stamceltransplantatie > Allogene Hematopoietische stamceltransplantatie > Routing allogene stamcellen

Routing allogene stamcellen

Routing HLA typering

  1. Indicatie voor allogene stamceltransplantatie
    1. Zie website: www.hematologiegroningen.nl
    2. Eventueel besproken in het transplantatieoverleg
  2. Aanmelding patiënt via aanmeldingsbrief door hematoloog, fellow of arts-assistent aan
    transplantatie verpleegkundige
    1. via polikliniek
    2. via de verpleegafdeling
  3. Transplantatie verpleegkundige neemt contact op met de patiënt, met het verzoek om de
    gegevens van de sibs te verzamelen. De arts kan de typeringen orderen in EPD
  4. Transplantatie verpleegkundige verstuurt verzoek aan donor voor HLA-typering Transplantatie
    verpleegkundige maakt aantekening in het EPD dat HLA typering van de sibs loopt.
  5. Donor neemt contact op met transplantatie verpleegkundige. Vervolgens vraagt de transplantatie
    verpleegkundige HLA typering aan op het laboratorium voor transplantatie immunologie.
    Transplantatie verpleegkundige regelt het volgende:
    1. Bloedafname donor (2x 10ml heparine bloed)
    2. Bloedafname patiënt (2x 10 ml heparine en 1 x 10 ml stolbloed(zonder gel)
    3. Indien nodig opdracht HLA-lab tot versturen van een pakket naar de sib(s)
  6. Transplantatie verpleegkundige bespreekt wekelijks met de immunoloog de voortgang.
    1. dr. L.B. Bungener vermeld uitslagen HLA-typering
    2. Nieuwe uitslagen worden in transplantatie bespreking besproken
    3. HLA typering van patient en familie worden officieel vermeld in het EPD
  7. Transplantatie verpleegkundige verstuurt brief aan compatibele donoren nadat uitslag HLA
    typering in EPD staat vermeld.
  8. Afspraak maken voor gesprek aspirant donor(en)
    1. naar aanleiding van brief belt de aspirant donor voor gesprek
    2. Transplantatie verpleegkundige regelt afspraak met transplantatie arts, aspirant donor en transplantatie verpleegkundige voor gesprek
    3. Na toestemming aspirant donor, mag patiënt ingelicht worden
  9. Na gesprek met aspirant donor(en) verstuurt transplantatie verpleegkundige brieven naar
    incompatibele donoren
  10. Na gesprek met aspirant donor(en) bevestiging gesprek(ken) in status patiënt door transplantatie
    arts
  11. Transplantatie verpleegkundige regelt 2e HLA typering bij donor en patiënt
    1. 6 weken voor transplantatie
      1. Voor patiënt. 1 EDTA (10 ml) en 2 heparine (2x 10 ml
      2. Voor donor 1 EDTA buis (10 ml) en 1 heparine (10 ml)

Hema allo 0020 versie 3.3
Voorheen Hema-SCTX-F-1024/’08, TR/GH

Deze print is 24 uur geldig na het aanmaken. Aangemaakt op: 30-10-2024, 19:20