Maanden na HSCT | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 12 | jaarlijks | Iedere 5 jr herhalen |
Vaxneuvance (PCV-15, in plaats van eerder Prevenar 13) | x | x | x | Bij GVHD | |||||
Act-Hib | x | x | x | ||||||
Nimenrix of Menveo | x | x | |||||||
Bexsero | x | x | |||||||
Triaxis Polio | x | x | x | ||||||
Engerix-B | x | x | x | ||||||
Pneumovax23 | x | x | |||||||
Influenza | x | x | |||||||
Overweeg MMRVaxPro na 24 mnd, zie hierna |
Vaccins
NB Bij het gebruik van rituximab vaccinatie minimaal 6 maanden uitstellen.
- Geconjugeerd pneumokokkenvaccin (PCV): Vaxneuvance (PCV-15, in plaats van eerder Prevenar 13)
- Maand 3
- Maand 4
- Maand 5
- Bij GVHD tevens maand 6
- Polysaccharidenpneumokkenvaccin (PPV): Pneumovax23
- Maand 12, indien geen GVHD
- Iedere 5 jaar herhalen
- Heamophilus influenza type B: act-Hib
- Maand 3
- Maand 4
- Maand 5
- Geconjugeerd meningokokkenvaccin tegen:
- Serotype A, C, W en Y: Nimenrix of Menveo
- Maand 6
- Maand 7
- Serotype B: Bexsero
- Maand 6
- Maand 7
- Serotype A, C, W en Y: Nimenrix of Menveo
- Difterie-, kinkhoest-, tetanus-, poliovaccin (DKTP): Boostrix Polio of infanrix-ipv of Triaxis Polio
- Hepatitis-B vaccin: engerix-B
- Maand 6
- Maand 7
- Maand 12
- Influenza
- Vanaf maand 6 jaarlijks via de huisarts
- BMR (Mazelen/Bof/Rode hond):
- Met name mazelen geeft na HSCT vaak een ernstige, mogelijk dodelijke, pneumonie of encefalitis
- De kans dat een patiënt seronegatief is vijf jaar na allogene HSCT is 60%
- Iedere patiënt na allogene HSCT moet na 24 mnd getest worden op antistoffen
- Indien de patiënt seronegatief is, geen GVHD heeft, geen immunsuppresiva gebruikt, geen recidief van de ziekte heeft en geen immunoglobulines (IVIG) heeft gehad in de voorgaande 8 maanden: 1 dosis MMRVaxPro (levend verzwakt vaccin: kan bij ernstig immuungecompromitteerde patiënten een fatale infectie geven)