Home > Cellulaire therapie > Allogene stamceltransplantatie > Stamcelmobilisatie, afname en infusie > Beenmergafname

Beenmergafname

Er zal worden besloten tot een beenmergafname procedure indien leukaferese niet mogelijk is of bij speciale indicaties zoals niet-maligne ziekten (b.v. aplastische anemie) en bij haplo-identieke transplantaties met niet-myeloablatieve conditionering of na checkpoint inhibitors (zoals pembrolizumab, ivm GVHD risico). De reden om voor bepaalde indicaties de voorrang te geven aan beenmerg is dat beenmerg gemiddeld 10% van het aantal T-cellen bevat in vergelijking met perifeer bloed geoogste stamcellen. Dit betekent met name een lager risico op GVHD. Nadeel is met name dat de donor onder algehele narcose moet worden gebracht voor de beenmergoogsting, dat de oogst qua stamcellen meestal lager uitvalt dan bij een leukaferese procedure en dat er iets meer kans bestaat op graft failure.

Voor standaard allogene transplantatie is het doel 2 tot 4 × 108 mononucleaire cellen per kg van de ontvanger te verzamelen. Er wordt in principe 20 ml beenmergaspiraat/kg van de donor afgenomen. De gedetailleerde beschrijving van de procedure is te vinden in het protocol afname van beenmerg voor transplantatie op deze website.

Na verzamelen wordt het beenmerg gefiltreerd en zullen er daarna afhankelijk van de ABO bloedgroep van ontvanger en donor nog extra procedures op het geoogste materiaal worden uitgevoerd:

Identiek: alleen filtratie.

Major mismatch: na filtratie een erytrocyten depletie (door handmatige centrifugatie, hierbij wordt het meeste plasma dus ook verwijderd).

Minor mismatch: na filtratie alleen plasmavervanging.

Bidirectioneel: zie major mismatch.

UMCG protocol (Zenya): hema Tx 5.003 SOP Beenmergafname

Deze print is 24 uur geldig na het aanmaken. Aangemaakt op: 22-12-2024, 8:20